Meer geschiedenis? Kijk op NPOKennis.nl
↳ Enter om te zoeken
2 september 2003

Geschiedenis van de roddelbladen

cover prive en story
Bekijk Video
1 min
Willem Smitt

Story: het eerste roddelblad van Nederland

Een ‘puur taartje’

‘Het nieuwe weekblad Story vliegt de kiosken uit. Voor dit ‘pure taartje’, zoals hoofdredacteur Willem Smitt zijn vrouwenblad vol zoetelijke verhalen over koningshuizen, rijkelui, tv en sportsterren noemt, worden grif drie kwartjes per exemplaar neergelegd.’ Aldus de Volkskrant van 28 februari 1974. Het eerste roddelblad van Nederland bestond toen precies vier weken en was inderdaad, tegen alle verwachtingen in, een ongekend succes. Uitgever VNU had gehoopt op een bescheiden oplage van 150.000. Het werden er een half miljoen.

Hoofdredacteur Smitt zegt achteraf dat hij zelf helemaal niet verbaasd was. ‘Ik had meteen het gevoel: dit wordt een massasucces’. Als journalist van Libelle had hij ervaring opgedaan in het schrijven over het koningshuis. Dat werd een van de pijlers van het nieuwe blad. Royalty, bekende Nederlanders, human interest, shownieuws en medische zaken, daar draaide het om in Story en draait het nog steeds om in de roddelbladen. Maar, zo verzekert Smitt ons, ‘alles alleen na gedegen onderzoek.’ Dat betekent niet dat je niet ruimhartig kunt ‘parafraseren’. Smitt: ‘Ik heb over mensen geschreven die ik nooit ontmoet heb.’ Maar liegen, in Story of Privé? Nooit.

Story was bedoeld voor huisvrouwen die weinig tot niets lazen. Het moest allemaal niet te moeilijk zijn, maar ook niet te kritisch. Vergeleken bij de roddelbladen van nu was de toon aanvankelijk zeer mild. In het eerste nummer stonden bijvoorbeeld een stuk over het schoolleven van de jonge prins Willem-Alexander en een Bekende Nederlander-quiz van tv-bekendheid Berend Boudewijn.

Diezelfde Berend Boudewijn was, samen met onder andere Johnny Kraaijkamp en de Zangeres zonder Naam, aanwezig op de oprichtingsborrel op 1 februari in het Amsterdamse café Welling. De sfeer was uiterst jolig. Boudewijn excuseerde zich namens Story voor het feit dat er een paar woorden met meer dan twee lettergrepen in de kopij waren geslopen. Daar zouden in de toekomst gedachtenstreepjes tussen moeten komen. Later vervloekte hij de bladen, als ze weer eens kopten over verzonnen affaires of geheime foto’s maakten in zijn tuin. Maar in eerste instantie betekenden de roddelbladen voor de sterren vooral: veel welkome publiciteit.

In het buitenland waren er al voorbeelden van succesvolle roddelbladen. Smitt en Hendrikse, zijn baas bij VNU, hadden ter voorbereiding een gesprek met de hoofdredacteur van ‘Frau im Spiegel’ in Hamburg. Smitt: ‘We hadden zo’n dertig man op die redactie verwacht; er zaten er maar vier. Hendrikse was verrukt.’ Dat zou voor hem een goedkoop blad worden. Smitt kreeg dus maar één vaste medewerker en drie stagiaires. Waar Hendrikse niet aan had gedacht, was dat er in Duitsland al gespecialiseerde ‘sterrenpersbureaus’ bestonden die het werk voor de redactie van ‘Frau im Spiegel’ een stuk makkelijker maakten. Smitt: ‘Het was onmenselijk. Ik werkte me helemaal te blubber’. Maar niet zonder resultaat: de oplage bleef groeien.

Henk van der Meyden

Privé: Henk van der Meyden

‘Een onbekend verschijnsel’

Na het grote succes van Story kon de concurrentie natuurlijk niet uitblijven. Een jaar na het verschijnen van Story volgt het weekblad Weekend en in 1977, drie jaar na de introductie van Story verscheen de eerste Privé. Henk van der Meyden was en is altijd de grote man achter Privé gebleven. Volgens Henk van der Meyden was het logisch dat het blad Privé er kwam: ‘Ik ben echt de pionier geweest op shownieuws verslaggeving. In 1958 begon ik met De Showpagina in De Telegraaf. Eind jaren zestig veranderde ik de naam in Privé.’ De dagelijkse pagina in de Telegraaf was vanaf het begin een groot succes.

Van der Meyden had meer dan alleen de pagina Privé. Hij was eigenaar van een Club Privé en had een eigen televisie programma TV Privé. ‘Privé was een merk geworden. Toen vond ik het tijd dat er een weekblad Privé kwam. Ik voelde dat er een markt voor was, dat voelde ik eigenlijk al jaren. De Story was toen, met alle respect voor wat de mensen nu doen, een beetje een kasteelromanachtig blaadje. Het had geen allure en toen dacht ik: wij kunnen een beter blad maken.’ Toch duurde het nog drie jaar voordat Story met haar grote concurrent te maken kreeg. Het Telegraaf concern had nog geen ervaring met de weekbladpers en het was enigszins voorzichtig om ermee te beginnen. Van der Meyden: ‘Ik heb zolang volgehouden tot ik op een dag groen licht kreeg en toen verscheen in 1977 eindelijk het weekblad Privé’.

Al snel werd Privé gezien als het grootste en belangrijkste roddelblad. Oud-minister Jaap Boersma, die halverwege de jaren zeventig een ambtelijk onderzoek naar de roddelpers instelde, beaamt dit: ‘Het ging in de eerste jaren eigenlijk altijd over Privé als je het over de roddelpers had.’ Terwijl men lezer tegenwoordig weet wat je van bladen als Privé, Story, Weekend of Party kan verwachten en men vaak hun schouders ophaalt de inhoud, was dat de eerste jaren anders. Boersma: ‘Je moet je wel bedenken dat het verschijnsel ‘roddelblad’ nog helemaal onbekend was. Men was er nog niet aan gewend dat zoiets bestond. Ik heb ook wel degelijk nadeel ondervonden van artikelen die over mij geschreven werden. Vrienden dachten: het zal wel waar zijn wat ze schrijven, anders had Boersma wel een proces aangespannen.’

Sonja Barend

De vier B’s

Baby’s, bruiloften, begrafenissen en Sonja Barend

Tot de favoriete onderwerpen van de roddelbladen horen de drie B’s: baby’s, bruiloften en begrafenissen. Het verhaal (of de roddel?) gaat dat Youp van ’t Hek zelfs een knokploeg inhuurde om de roddeljournalisten van de begrafenis van zijn vader weg te houden. Als het om baby’s en bruiloften gaat zijn de sterren vaak een stuk toeschietelijker. Zeker in de beginjaren van de roddelbladen kwam het regelmatig voor dat de sterren rijkelijk betaald werden voor een fotoreportage over hun huwelijk of over hun pasgeboren baby. Smitt vertelt dat hij in zijn eerste jaren bij Story ‘ontelbare’ babykamers heeft weggegeven. ‘De hebzucht van sommige artiesten is buitensporig. Men weigert eerst en zegt, dit is een stukje privacy, dat geven we niet prijs. Maar als je dan zegt: ja maar, die en die firma is bereid tot het schenken van een volledige babykamer, maar daar moet dat en dat er tegenover staan, dan blijkt die privacyhang opeens te verdwijnen.’

Een vierde B die het uitstekend deed in de roddelbladen, vooral begin jaren tachtig, was Sonja Barend. Regelmatig haalde ze de cover, maar zelden in positieve zin. Sonja Barend en de roddelbladen hadden een uitgesproken haat-haat-verhouding. Van der Meyden ontkent dat hij iets tegen haar had, maar geeft toe dat ze een dankbaar onderwerp was. ‘Je hebt de VARA Haan. Ik noem haar maar de VARA kip. Ze was eigenlijk het symbool van dat hele linkse denken geworden op TV. Als een soort starheid, van alleen wat wij zeggen en wij doen is goed.’

Sonja ergerde zich verschrikkelijk aan de roddeljournalisten, niet alleen aan hun gelogen verhalen maar vooral ook aan hun methodes. ‘Wat ze deden was posten voor de deur, kijken wie er bij je naar binnen ging, proberen je man te fotograferen, kijken wie naar buiten kwam. Met een bos bloemen aanbellen op het moment dat je huis wordt schoongemaakt, en dan gaan praten met degene die dat doet. En vragen of hij goed betaald wordt en wat hij allemaal moet doen en of je wel aardig bent. Zelfs nu nog is er altijd wel weer een jongeman met een camera die bereid is om heen en weer te lopen tot hij een onooglijk fotootje van je kan schieten. Dat je denkt, waar gaat het over?’

Van der Meyden antwoordt daarop: ‘Dan had Sonja Barend een kantoorbaan moeten nemen. Dan had ze van niemand last gehad, maar dat hoort bij het vak.’ Leo van Rooijen, oud journalist van de Privé, denkt dat er wel degelijk sprake was van een persoonlijke vete van de kant van Van der Meyden. Van Rooijen: ‘Ze [Sonja] had in de ogen van Privé een grote mond. Haar TV-programma’s scoorden buitengewoon goed. Terwijl hoofdredacteur Van der Meyden ook een TV-programma had wat minder goed scoorde. Als Sonja op TV was, ja, dan praatte de volgende dag half Nederland daarover. Dat stak allemaal. En ze wilde niet meewerken.’ Dat laatste was zelden bevorderlijk voor de toon van de artikelen.

Prinses Irene

Geliefd onderwerp van de bladen

Ook bij het vak ‘royalty’ hoort roddelpubliciteit. Iemand die dat in de jaren zeventig en tachtig aan den lijve ondervond was prinses Irene. Over Beatrix was nooit iets te melden, Willem-Alexander was nog te jong voor spannende romances, maar Irene, daar viel altijd wel iets sappigs over te vertellen. Bovendien was ze mooi. Willem Smitt: ‘Mijn absolute topper was prinses Irene. In de tijd dat ze nog met Ronnie Wolff ging heb ik met Irene gigantisch gescoord.’Van der Meyden: ‘Dat was echt een roman. Eerst afstand doen van al haar rechten, toen haar mislukte huwelijk, daarna verschillende romances. Er was in die tijd een soort Diana-gevoel rond Irene.’

In 1981 scheidde prinses Irene van haar man Carlos Hugo. Niet lang daarna ontdekte Privé dat ze een affaire had, met Kapitein ter Zee Ronald Wolff (oftewel Ronnie). Dat was topnieuws. Na de eerste geheime foto’s, schoten de verkoopcijfers omhoog. Daarna werd geen enkel middel werd geschuwd om informatie te krijgen. Leo van Rooijen haalde zelfs haar vuilniszakken van de straat en spreidde de inhoud uit over zijn keukenvloer, in de hoop iets spannends op te duiken. ‘Nou, toen wisten we dat Prinses Irene Douwe Egberts Roodmerk dronk. Verder zat er niks bij. Maar het idee was goed.’

Leo van Rooijen

Privé, beleef het mee

‘Geld, geld, geld’

In het geval van Sonja Barend en Prinses Irene lijkt het dat ze wel degelijk harder worden aangepakt als ze niet meewerken. Dit is iets wat voormalig Privé, Story en Party verslaggever Leo van Rooijen beaamt. Als je de publicaties als onderdeel van het bekende Nederlanderschap beschouwt en het als een gedwongen kwaad ziet, heb je vaak minder last van de bladen. ‘Peter Jan Rens die pakte het goed aan! Die nodigde mij gewoon uit op z’n schip en zei: zullen we samen maar wat verzinnen? En dat deden we dan al drinkend. En dan schreef ik een stukje waar hij nooit heel slecht uit kwam. Ja, die weet hoe je dit soort dingen aanpakt.’

Van Rooijen schreef een boek over zijn vier jaren bij de Privé redactie. In het boek ‘Privé, Beleef het mee’ doet hij een boekje open over de werkwijze van het grootste familieblad van Nederland. Toen Van Rooijen in 1979 op de redactie van Privé begon, ontving hij als beginneling een riant salaris van 1250 gulden per week. Hij had nog weinig ervaring, maar had het snel onder de knie. Volgens Van Rooijen is schrijven voor de roddelbladen zeker een vak: ‘En een moeilijk vak. Want je moet van niets iets maken. Het gaat vaak maar om één zinnetje. Je pakt één zinnetje uit een interview, dat klop je op, je doet er wat archief bij, daar komen nog twee telefoontjes bij van mensen waarvan je weet dat die gaan zeggen wat je wil horen en dan is het verhaal rond. Maar op zich is dat moeilijk.’

Er zijn natuurlijk meer bronnen dan interviews in andere tijdschriften. Volgens Van Rooijen moeten roddelbladen het van de tipgevers hebben. Er bellen regelmatig tipgevers naar de redacties van de bladen. Zij leveren, vaak in ruil voor geld, details over het liefdesleven van sterren of spectaculaire foto’s. Elke roddeljournalist heeft een eigen netwerk van tipgevers, die dan als ‘anonieme bron’ worden opgevoerd. Ook verkeren vele verslaggevers op goede voet met een aantal bekende Nederlanders. Maar zo’n netwerk heeft zijn nadelen zegt Van Rooijen: ‘Sommige verslaggevers zitten heel dicht bij de sterren, maar dat is niet goed. Je hebt er niks aan om vrienden te zijn met bekende Nederlanders. Het blad krijgt dan geen onthullingen, want als je iets weet zal je het niet publiceren, omdat je je vriendschap niet kwijt wilt raken.’

Privé is al jarenlang de onbetwiste marktleider onder de roddelbladen. De concurrentie tussen de bladen is groot. Iedereen wil de hoogste oplage hebben en ze willen allemaal als eerste de foto van een zwangere Maxima en de nieuwe liefde van Wendy van Dijk. De concurrentie mag dan groot zijn, toch gaat het er redelijk vredelievend aan toe. Van Rooijen: ‘Het roddeljournalistencircuit is namelijk erg klein. Het bestaat uit een kringetje van pakweg veertig mensen en iedereen hopt van het ene blad naar het volgende blad. De roddeljournalistiek is wat dat betreft net als de voetballerij; het draait om het geld. Mensen worden voor zeer veel geld weggekocht. Het tijdschrift zelf wordt wel op een journalistieke wijze gemaakt, maar tegelijkertijd is het een commerciële truc. Het is een marketing truc. Op het moment dat je over Claus schrijft en het publiek reageert daar negatief op, wat een oplagedaling tot gevolg heeft, dan schrijf je dus niet meer over Claus. En wat dat betreft is het geen journalistiek.’

Henk van der Meyden

De toekomst van de roddelbladen

‘De rouwkaarten bij Story’

Er is veel veranderd in de roddelbladen branche sinds haar ontstaan. Volgens Van Rooijen is het een stuk ingewikkelder geworden. ‘In het begin was het zo eenvoudig. Je had een lijst van zestig bekende Nederlanders en meer waren er gewoon niet. Het waren zestig grote sterren. Tegenwoordig is het een ramp. Al die soapies, ze komen en ze gaan. Ze zijn zo jong dat je je schouders er over ophaalt. Ze zijn niet bij iedereen bekend en natuurlijk gebruiken ze drank en drugs,het boeit niemand iets.’ Verder hebben de bladen te maken met een grote oplagedaling. Het grote succes van de jaren zeventig en tachtig waarin de roddelbladen een gezamenlijke oplage van 1,7 miljoen hadden, zal niet snel terugkeren voor de roddelpers.

De sterren spreken dus minder tot de verbeelding, daarnaast ondervinden de bladen problemen door de eenzijdige opbouw van hun ledenbestanden. De redactie van Story ontvangt wekelijks een aantal rouwkaarten bij de post. Het blad heeft een ledenbestand met oudere mensen. De bladen proberen nu een breder publiek te bereiken door bijvoorbeeld ook een misdaadrubriek te introduceren. Maar volgens Van Rooijen is branchevervaging de belangrijkste oorzaak van de vrije val van de roddelbladen. Ook andere media storten zich op de roddel en de bekende Nederlanders.

Televisieprogramma’s als ‘RTL Boulevard’ en ‘Shownieuws’ zijn zeer populair en ook de dagbladen besteden steeds meer aandacht aan de sterren. De Volkskrant met de rubriek ‘Maas en de Mensen’ en het NRC Handelsblad heeft sinds kort Albert Verlinde als columnist aangetrokken. Verlinde is als presentator verbonden aan RTL Boulevard en was voorheen columnist voor Privé. Roddel- en entertainmentnieuws is in, maar helaas is dat slecht nieuws voor de roddelbladen.

Tekst en research: Femke Veltman en Laura van Hasselt
Regie: Paul Ruigrok

Bronnen

BEELDEN
In de uitzending zijn verschillende archiefbeelden verwerkt van het Instituut voor Beeld en Geluid.
De uitzending van Sonja over de roddelpers komt uit: ‘Sonja op maandag’, 31-5-1982 (VARA).
De fragmenten van Martine Bijl als roddeljournaliste komen uit: ‘Typisch Martine’, 29-1-1979 (Tros).

Literatuur

Leo van Rooijen, Privé. Beleef het mee! Een blik achter de deur die voor anderen gesloten blijft (Leiden 1985).

Vragen?

Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?

Neem dan contact op met de redactie: