Meer geschiedenis? Kijk op NPOKennis.nl
↳ Enter om te zoeken
1 november 2005

Karel Doorman

Andere Tijden Karel Doorman karel_web
Bekijk Video
1 min

Onlangs verscheen het boek 'De Karel Doorman naar Nieuw-Guinea. Nederlands machtsvertoon in de Oost' van de Utrechtse hoogleraar Duco Hellema. Het verhaal vertelt het verloop van de reis van Nederlands enige vliegdekschip tegen de achtergrond van almaar verslechterende verhoudingen met Indonesië in 1960. Het is ook het verhaal van Nederlands laatste poging op eigen benen te staan en tot de grote mogendheden te behoren.

Vlagvertoonreis van Karel Doorman

‘Na het afscheid van thuis roepen wij u voorzichtig een hartelijk welkom en een goede reis toe. Om redenen welke wij bekend mogen veronderstellen, durven wij nog niet al te uitbundig te doen. Troost u echter, want zoals de thee aan boord zijn Maaswater-smaakje zal verliezen, zo zullen wij ook wel over onze binding heen komen’, zo schrijft de Kadopost op 31 mei 1960. De Kadopost is het krantje dat dagelijks aan boord van Nederlands enige vliegkampschip, de Hr. Ms. Karel Doorman verschijnt om de bemanning op de hoogte te houden van wat er in de wereld speelt. Het weer is heiig, met overdrijvende wolkenvelden en een kabbelende zee, zo meldt het blad. De Karel Doorman is klaar voor vertrek naar het verste stukje Nederland: Nieuw-Guinea.

Hr. Ms. Karel Doorman

Al in de oorlog bedenkt de regering dat Nederland rijp is voor een vliegdekschip. Van de Engelse marine leent het na de oorlog een verbouwd schip dat doorgaat onder de naam Karel Doorman I. Een paar jaar later, in mei 1948, neemt de Nederlandse regering de ‘Venerable’ over. Dit is het schip dat de bijnaam ‘De Dikke Boot’ zal krijgen. Dit is de echte Karel Doorman. ‘Een voor ons land belangrijke gebeurtenis’, zo schrijft dagblad Trouw, ‘omdat wij thans een eigen vliegkampschip bezitten’. Net als in de Gouden Eeuw: Nederland hoort weer tot de grote zeevarende naties.

‘Ik zag hem voor het eerst bij Wilton Feijenoord. Een geweldig gezicht, want in onderhoud ligt hij in droogdok en dan zie je hem in zijn volle omvang. Dat is echt een indrukwekkend gezicht. Dan denk je: “Blijft dat drijven?”, zegt radio-radarmonteur Henk Mulder. Onder het dek zit alles wat een klein dorp nodig heeft. Een schoenmaker, een wasserij, een kapper, een bakker, het is allemaal aan boord. De Doorman alleen huisvest al zo’n 1500 man. Dat is dan inclusief twee squadrons vliegers. Een squadron propellervliegtuigen en een squadron straalvliegtuigen. Aan boord is de hiërarchie groot. Zo heeft elke rang zijn eigen verblijf en komen de matrozen bijvoorbeeld niet in de Longroom waar de officieren zitten. ‘Als de commandant zich over het schip bewoog, dan werd dat altijd gemeld. En dan moest je “halt en front” maken, dus je moest stilstaan. Het liefst moest je de commandant ook nog niet aankijken. Je keek gewoon recht voor je uit. Dan passeerde de commandant en dan was het weer doorgaan; je vervolgde je weg. De hiërarchie was heel sterk’, zo zegt Mulder die later lange tijd de reünies van de Doorman organiseerde.

Buwalda

Twistpunt Nieuw-Guinea

Na de soevereiniteits-overdracht van Indonesië in 1949 houdt Nederland vast aan het meest vergelegen stukje Indië, het eiland Nieuw-Guinea. Nederland zal tot 1962 het bewind voeren over haar laatste bastion in ‘De Oost’, zeer tegen de wens van Indonesische president Soekarno. In eerste instantie zal Nieuw-Guinea als vestigingsgebied dienen voor de Indische Nederlanders die niet in het nieuwe Indonesië willen blijven. Maar al snel, zo zegt ook oud-diplomaat Piet Buwalda, verschuift het motief. We hadden verplichtingen tegenover de Papoea’s daar. Minister Luns heeft ook gespeeld met de gedachte daar een marinebasis te bouwen. Luns had het idee dat Nederland op die manier een wereldmacht kon blijven.

Buwalda deelde dat idee niet. ‘Doorslaggevend’, zo zegt hij, ‘was dat er in Nederland kringen waren die zich niet konden verenigen met het verlies van Nederlands-Indië en die daarom vonden dat we aan Nieuw-Guinea moesten vasthouden’. De oud-diplomaat is overtuigd dat mede daarom Joseph Luns in 1952 werd aangezocht als minister van Buitenlandse Zaken.

De spanning loopt intussen op. Nederlands Nieuw-Guinea wordt inzet van de strijd tussen Luns en Soekarno. Luns houdt vast -befaamd is zijn uitspraak: “Ik ben van de heb”’. Wat van Nederland is, daar moet ieder ander van afblijven. Soekarno zoekt steeds meer de confrontatie. Volgens Buwalda om de aandacht af te leiden van de economische problemen in Indonesië zelf. Daarom hamert Soekarno steeds maar op de verslechterende verhoudingen met de voormalige kolonisator Nederland. Soekarno slaat steeds dreigender taal uit. Het lijkt erop dat hij klaar is om over Nieuw-Guinea zelfs oorlog met Nederland te gaan voeren. Daarom besluit de Nederlandse regering dat de verdediging van Nieuw-Guinea op peil gebracht moet worden. De Karel Doorman kan prima wat vliegtuigen naar Nieuw-Guinea brengen. Veel ruchtbaarheid wil Nederland daaraan niet geven. Vanzelfsprekend, want Soekarno moet niet teveel op de hoogte worden gebracht. Daarom heet de reis officieel een vlagvertoonreis, een reis langs bevriende havens, gezamenlijke oefeningen met bondgenoten, alles met een hoog vriendschappelijk karakter. En tegelijk zetten we dan een paar vliegtuigen af voor de luchtmacht in Biak.

De Doorman wordt vergezeld door de jagers Limburg en Groningen, aangevuld met de gecharterde tanker Mijdrecht. Samen vormen ze het vlootverband Smaldeel 5. De heenreis staat vast, loopt via Las Palmas, om de Kaap, Australië naar Nieuw-Guinea. Daarna het hoogtepunt: een bezoek aan Japan. ‘Trouwens in Japan weten ze alles over thee zetten’, ronkt het boordblad, ‘in welke smaak je je maar wenst’. Iedereen aan boord verheugt zich op Japan. Van daaruit zal de terugreis worden aanvaard, maar waarlangs die voert is bij vertrek nog niet duidelijk.
Op weg naar Nieuw-Guinea komt Smaldeel 5 vrijwel zeker langs Indonesië. Om ook voor het eigen personeel geen onduidelijkheden te laten bestaan, vaart smaldeel 5 uit onder strenge restricties. ‘Het optreden van Smaldeel 5 is in eerste instantie defensief’, zo staat in het operatiebevel te lezen. ‘Alle handelingen, welke zouden kunnen worden opgevat als provocerend, dienen te worden vermeden’. Alle niet-eigen vliegtuigen die overkomen, moeten worden gemeld, maar verder niets. De Doorman mag alleen dan het vuur openen, nadat de tegenstander het vuur op de Doorman heeft geopend, zo luiden de instructies.

Van Holst Pellekaan

Weigerende bondgenoten

Op 31 mei 1960 verlaat de Karel Doorman de haven van Rotterdam en voegt zich bij de andere schepen. Smaldeel 5 zet koers naar Las Palmas en vervolgens richting Kaap de Goede Hoop. Niet via Suez? Dat is toch korter. De marine wil het risico niet nemen, zegt stafofficier Rob Van Holst Pellekaan. Egypte, oud-kolonie, zou het kanaal wel eens dicht kunnen doen voor het Nederlandse oorlogsschip. ‘We hebben de grootst mogelijke omweg gemaakt’, zegt hij.

De Australiërs, één van de trouwste bondgenoten, vinden het wel geruststellend dat die Nederlanders in West-Nieuw-Guinea zitten, terwijl zij de andere helft in beheer hebben. Maar zo langzamerhand bedenken ook de Australiërs dat de Nederlandse positie de Indonesische buurstaat alleen maar kwader maakt. En dat zij daar uiteindelijk mee blijven zitten. Vlak voordat de schepen Fremantle binnenlopen, in het Westen van Australië, verneemt men op de Doorman dat de havenarbeiders in Freemantle zullen staken. Geen sleephulp, niemand zal de trossen aannemen. De Doorman zal niet kunnen afmeren. Althans, dat denkt men. De kapitein van de Doorman, Markus, besluit tot een kunststukje. Het is gebruikelijk het schip af te meren met de boeg naar zee, naar de uitgang van de haven. Dat betekent dat het schip in de haven gedraaid moet worden en dat gebeurt normaliter met behulp van een of meer sleepboten. Markus presenteert het anker, zoals dat heet en besluit een aantal van de propeller vliegtuigen vast te sjorren op het dek. Door die op vol vermogen te laten draaien draait het schip om het anker heen en weet op eigen kracht te draaien. Officier-Vlieger Goudberg herinnert zich dat de vliegers eigenlijk vonden dat het niet kon. ‘Het risico dat je de motoren opblaast is veel te groot’. Het maakt wel indruk.

‘Met de havenstaking was het meteen over!’, lacht Mulder. Op een spotprent die de volgende dag in de Australische krant verschijnt, is een nonchalante Hollandse marineman te zien die tegen de achtergrond van een enorm schip aan een aantal kaartende haven arbeiders vraagt waar hij het kwartje parkeergeld in kan gooien.

Nieuw-Guinea

Om Australië heen gaat het vervolgens naar Nieuw-Guinea waar een groots ontvangst wacht. ‘Smaldeel 5 te Hollandia gearriveerd. Duizenden toeschouwers in het havengebied’, kopt de Nieuw-Guinea Koerier. ‘Omstreeks halfzeven vanmorgen klonken de saluutschoten over de baai van Hollandia. Langs alle wegen vanwaar men een uitzicht op zee had zag men daarna lange rijen mensen kijken naar het indrukwekkende schouwspel van de snel binnenvarende Karel Doorman’, ronkt de het onafhankelijke dagblad verder. Het afmeren wekt weer bewondering. ‘Het werd een vrijwillige herhaling van het staaltje dat in Fremantle noodgedwongen was geleverd’, aldus de koerier.

Een maand lang oefent de marine en trekt langs Hollandia, Sorong, Manokwari. In Biak worden de twaalf vliegtuigen voor de luchtmacht ontscheept. Aan boord voert een fikse delegatie Papoea’s een krijgsdans op. Prachtig filmmateriaal bestaat ervan, de krijgers heen en weer springend tussen een aantal bamboe latten. ‘Ze begonnen steeds harder te dansen op hun blote voeten’, lacht Van Holst Pellekaan, ‘Ja, een dik metalen dek in die hitte; dat dek was witheet geworden!’. De commandant besluit snel de brandspuiten erbij te halen en het dek met water te koelen. Een groots ontvangst, maar de eerste kanttekeningen worden ook al gemaakt. Dodelijk is de anekdote die bestuursambtenaar Frans Peters zich herinnert. Paoeaonderwijzer Mandibondibo zei hem: ‘Ze moeten blijven.' Want was is het effect? De Doorman maakt indruk, ongetwijfeld ook op Indonesië, maar de uitwerking daarvan ebt weg zodra het schip het ruime sop kiest. En ook de Indonesiërs weten dat de jagers wel vaak blijven, maar het vliegkampschip op termijn naar huis terug zal keren.

Op 2 september zet de Doorman koers richting Yokohama. Diplomatiek is de spanning intussen al hoog opgelopen. Op 17 augustus heeft Soekarno de diplomatieke betrekkingen met Nederland verbroken. Een relatie met het sturen van de Doorman ligt voor de hand. Buwalda, toentertijd ambassadesecretaris in Jakarta, legt de relatie omgekeerd. Soekarno had de betrekkingen sowieso verbroken. De Karel Doorman kwam hem als aanleiding gewoon goed uit. Toen bekend werd dat Nederland de Doorman naar Nieuw-Guinea zou sturen, bestormden oproerkraaiers in Jakarta de Nederlandse ambassade, gooiden ramen in en vernielden meubilair. ‘De Indonesische politie keek slechts toe’, zegt Buwalda.

Japan, of toch niet?

Op het moment dat de Doorman koers zet naar Japan krijgt de Nederlandse consul te Yokohama bezoek. Het zijn de vakbonden, zo verklaart hij later. Die komen in zijn kantoor even vertellen dat de Doorman niet welkom is. Eigenlijk is het hetzelfde recept als in Fremantle. De vakbonden verklaren zich solidair met Indonesië. Daarbij komt nog eens dat de regering in Tokio de verhouding met Indonesië te belangrijk vindt om deze door een vlootbezoek te laten ontregelen. De consul grijpt de telefoon en belt de ambassadeur in Tokio. Die stelt zich in verbinding met Den Haag. De regering in Tokio heeft Den Haag intussen bericht dat het bezoek een beetje ongelegen komt. Kan Nederland het misschien uitstellen? Minister Luns houdt vast: nee, we waren welkom en dan komen we ook. Daarmee dwingt hij Japan tot een ongebruikelijke handeling: Japan zegt het toegezegde bezoek af. De Doorman krijgt het bevel rechtsomkeert te maken.

Henk Mulder kijkt die nacht op de radar. Volgens hem waren de schepen al onder de kust van Japan. ‘Op een gegeven moment dacht ik dat er iets verkeerd was met het girokompas, dat het niet goed meer werkte ofzo. Want ik kon de kustlijn zien en zag het schip een draai maken. 180 graden, visueel op het beeldscherm. Dus ik denk: “Dat kan niet goed zijn”’, zegt Mulder nog altijd verbaasd. Maar het is wèl goed. Het bezoek aan Japan wordt afgeblazen. Mackay, chef-staf van het smaldeel, rent met bericht uit Den Haag naar commandant Ferwerda. ‘Op Japans verzoek vervalt bezoek aan Japan’, zo bericht de Bevelhebber der Zeestrijdkrachten uit Den Haag. Ferwerda geeft Mackay opdracht een antwoord te verzinnen. ‘Maar maak het een beetje geestig’, herinnert Mackay zich. Die verzint als antwoord aan Den Haag: ‘Zie spreuken 15 vers 17’, grinnikt hij. Het boek spreuken leent zich altijd wel goed voor dit soort dingen. Het schijnt een Engelse traditie te zijn dit boek voor dit soort gelegenheden aan te wenden. ‘Beter een schotel groente waar liefde heerst, dan een gemeste os en haat daarbij’, zegt de opgegeven passage. Ofwel: liever terug naar de armoede van Nieuw-Guinea, dan naar het rijke Japan, waar we niet gewenst zijn. En dus: terug naar Nieuw-Guinea. ‘Prachtig voor natuurliefhebbers, maar niet echt de droombestemming van Janmaat’, zucht Mulder.

Op Nieuw-Guinea is de commandant Zeemacht Nederlands Nieuw-Guinea niet gecharmeerd van het afblazen van het bezoek aan Yokohama. Hij stuurt de Bevelhebber der Zeestrijdkrachten (BDZ) in Den Haag het bericht: ‘Ben voornemens direct in aansluiting terugkeer smaldeel 5 h t l Doorman en Groningen naar zuidkust dirigeren voor vlagvertoon’. Dat betekende dat de Doorman ongeveer over de deurmat van Soekarno zal varen. En dat was de afspraak, noch de bedoeling. Den Haag fluit de Commandant op Nieuw-Guinea dan ook snel terug. Binnen zeven uur beveelt de BDZ: ‘Accoord voor wat betreft de jagers van smaldeel 5, niet accoord voor Doorman. Doorman niet bewesten of voorbij Sorong’. Meteen is duidelijk dat Den Haag, ondanks de blamage, nog altijd geen risico wil nemen Soekarno tegen de schenen te schoppen.

De Mijdrecht, de gecharterde tanker van het smaldeel, mag intussen ongehinderd in de haven van Kobe bunkeren. Waarschijnlijk hebben de Japanners niet door dat het schip deel uitmaakt van smaldeel 5 of vinden ze het niet erg dat een burgertanker olie komt laden. De bemanning is aangevuld met personeel van de marine, dat uitdrukkelijk de instructies heeft gekregen burgerkleren te dragen.

Mulder

Zuid-Amerika

Om de vlootreis toch nog een beetje aangenaam te maken, stippelen de officieren op de Doorman de terugreis uit. Immers, die was bij vertrek nog altijd niet duidelijk. Intussen zit Den Haag met de handen in het haar. Hoe deze reis nu toch nog tot een succes te maken? Mackay vertelt dat hij aan het rekenen sloeg en tot een opmerkelijke conclusie kwam. Doorvaren en via Zuid-Amerika terugkeren naar Rotterdam, in plaats van dezelfde weg terug, is eigenlijk korter dan dezelfde weg terug nemen. Een wereldreis. Van Holst Pellekaan meent dat het commandant Ferwerda was die het bedacht. ‘Hij wilde er nog wat moois van maken’. Den Haag, blij dat de reis kan worden gered, stemt meteen in. Een terugreis via Nieuw-Caledonie, Australië, Nieuw-Zeeland, dan Valparaiso in Chili, brengt het smaldeel naar Rio de Janeiro, dan nog de hoofdstad van Brazilië.

De Braziliaanse regering heeft kort tevoren een vliegkampschip aangekocht. De Doorman kan tijdens een officieel bezoek, met alle toeters en bellen aan onderscheidingen, demonstreren hoe te opereren met een vliegkampschip. Dat het de terugreis is, maakt het ook voor de Indonesiërs minder precair. Een uitgelezen kans.

‘Zou Rio net zo goed worden als Valparaiso, waar de dames van lichte zeden in grote getale met sloepjes langs het schip afscheid kwamen nemen? Laten we toch maar hopen en zorgen, dat Rio op dit punt minder “goed” wordt, want drie weken voor thuiskomst zou nog veel narigheid kunnen ontstaan’, zo staat in Kadopost 102 van zaterdag 26 november. In Valparaiso maakte de bemanning alles goed wat met Japan mislukte. Er zijn foto’s van het vertrek uit de Chileense havenstad, waarbij de Doorman uitgeleide wordt gedaan door een onafzienbare hoeveelheid sloepjes met daarin de plaatselijke schonen. Bij het horen van de naam van de Chileense havenstad, krijgen de mannen nu nog een twinkeling in de ogen. ‘In Valparaiso was alles wat je als jongeman kon wensen’, geeft ook Henk Mulder toe.

De ‘Jannen’ gedragen zich prima, als we het journaal mogen geloven. Rio wordt een groot succes, zo blijkt uit het polygoonjournaal dat er een prachtige film van maakt. In kleur, tien minuten lang. De enige smet op het bezoek in Rio is het vertrek. Aangemoedigd door de succesvolle manoeuvres in Fremantle en ook in Hollandia, weigert commandant Markus sleephulp bij het vertrek. Na een groots afscheid gooit hij de trossen los. Haaks op de kade loopt een straat, die uitkomt in de haven, bij het voorschip. ‘Door die straat tocht het en die wind grijpt het voorschip’, zegt Van Holst Pellekaan. Het vliegdek, sinds de verbouwing in 1955 een hoekdek dat uitsteekt, wordt daardoor over de kade geduwd. Daar staat een kraan. Als een zachte pudding, heel langzaam, valt die om. Op een loods.

‘Iemand van de ambassade wees meteen naar de loods en gaf hem de schuld. Markus toonde karakter en nam alle schuld op zich’, zegt Van Holst Pellekaan die het net als alle anderen aan boord van het schip heeft zien gebeuren. Naar verluid heeft Markus zich het ongeluk erg aangetrokken. De Doorman gaat nog voor anker in de haven om te inspecteren of er schade is aan de schroeven. Die blijkt er niet te zijn, dus kan koers worden gezet naar Rotterdam. Daar wacht een groots ontvangst, ‘als helden’, zoals Mulder zegt.

Militair was het een succes

Was het een geslaagde reis? ‘Militair gezien wel’, vindt Van Holst Pellekaan. En in zekere zin heeft hij gelijk. Voor de Marine was het een uitstekende kans materieel en personeel te beproeven op een lange reis, lange tijd van huis, uiteenlopende omstandigheden enzovoorts. Niet lang na deze reis besloot de Marine zelf olietankers in dienst te nemen. Het voor handen hebben van de Mijdrecht was wel heel goed was bevallen. Toch, op de Doorman werd veel uitgeprobeerd, maar met het smaldeel als geheel is tijdens de reis nauwelijks geoefend. Of het diplomatiek een succes was, daarover laat Van Holst zich niet uit. Oud-diplomaat Buwalda is stellig: ‘De reis is mislukt’. Er is geen goodwill gekweekt bij de bondgenoten, de militaire versterking van Nieuw-Guinea bleek onvoldoende en het afschrikken van Indonesië is ook niet gelukt. ‘Alle drie de doelstellingen zijn niet gehaald, dus was de reis in feite een mislukking’.

Tekst: Rob Bruins Slot
Samenstelling: Matthijs Cats

Bronnen

BEELD
Privé-archief H.J. Hettinga
Privé-archief Van Holst Pellekaan
Privé-archief Henk Mulder
Polygoon opdrachtfilm ‘Nederlands vlagvertoon in Rio’ (Polygoon 1960)

ARCHIEF
Archief Ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag
Archief Instituut voor Militaire Historie, Den Haag
Nationaal Archief, Den Haag

Literatuur

P. Buwalda, De laatste vlag gestreken. Een persoonlijke herinnering aan Djakarta. 17 augustus 1960 (Amsterdam 2002)

Willem Geneste, Verguisd en geprezen (Bergen z.j.)

Duco Hellema, De Karel Doorman naar Nieuw-Guinea. Nederlands machtsvertoon in de Oost (Amsterdam 2005)

R.E. van Holst Pellekaan, I.C. de Regt en J.F. Bastiaans, Patrouilleren voor de Papoea’s. de koninklijke marine in Nederlands Nieuw-Guinea 1960-1962 (Amsterdam 1990)

Arie Hoog, De dikke boot. Herinneringen aan Hr. Ms. Karel Doorman (Bergen 1991)

Vragen?

Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?

Neem dan contact op met de redactie: