Meer geschiedenis? Kijk op NPOKennis.nl
↳ Enter om te zoeken
20 september 2007

Bisschop Gijsen

Bisschop Gijsen
Bekijk Video
26 min

Hij is voor de gewone katholieke man en vrouw van de straat in de eerste plaats een volslagen onbekende: Joannes Gijsen, de rector van een rusthuis voor bejaarde nonnen te Nunhem. Door Rome wordt hij op zaterdag 22 januari 1972 aangewezen als de nieuwe bisschop van Roermond.

Bij het bisdom zelf is hij uiteraard wel bekend, maar er is niet om hem gevraagd – hij had op geen enkele voordracht gestaan. De progressieven ontvangen het nieuws met afgrijzen, de conservatieven zien Gijsen als een geschenk, zo niet uit de hemel, dan toch zeker wel uit Rome.

Jo Gijsen blijft 21 jaar bisschop van het bisdom Roermond. In 1993 moet hij uiteindelijk het veld ruimen. Via een omweg komt hij in Reykjavik, IJsland, terecht. Nu keert hij terug naar Nederland. Op 7 oktober wordt hij 75 en gaat hij met pensioen. Een terugblik op de roerige start van de meest omstreden bisschop die Nederland ooit heeft gekend.

Kerk "van god los"

Begin 1971 maakt de Limburgse bisschop Moors bekend dat hij het welletjes vind. Zijn gezondheid laat te wensen over. Naar de benoeming van de nieuwe bisschop, altijd al een gebeurtenis, kijken de katholieken zeker deze keer reikhalzend uit.

De Nederlandse kerk, onder leiding van de 'rode' kardinaal Alfrink, is namelijk sinds het Tweede Vaticaans Concilie in Rome (1962-1965) behoorlijk op drift. Vernieuwers tuimelen over elkaar heen om de kerk te veranderen. Er wordt openlijk gediscussieerd over de afschaffing van het celibaat voor priesters, de liturgie gaat op de helling en leken worden steeds actiever in de kerk. De beatmis maakt zijn intrede. Jongeren gaan nog naar de kerk, maar het moet wel radicaal anders.

Dat leidt tot zinderend enthousiasme, maar ook tot veel afgrijzen in de kerk. Gerard Hover, toen priester in opleiding, nu pastoor van de Sint Matthiasparochie in Maastricht, kijkt met verbazing toe: 'De motorhelmen en de multomappen lagen op het altaar, het was één grote chaos'. De Nederlandse kerk is, zo vindt de conservatieve jezuïet pater Bots, 'van God los'.

Dat vindt men in Rome ook. Rex Brico, redacteur Geestelijk Leven van Elsevier, herinnert zich een uitspraak van de huidige paus, Ratzinger, die toen al een hoge functie in het Vaticaan bekleedde: "Ratzinger zei: 'Nergens in de katholieke wereld heeft het Vaticaans Concilie tot zulke excessen geleid als in Nederland'." Een restauratie wordt in gang gezet. Dat kan ook, omdat de vernieuwingsgezinde paus van het Concilie, Johannes Paulus de 23e, inmiddels is opgevolgd door de veel traditionelere Paulus VI. Deze benoemt in 1970 de behoudende kapelaan Ad Simonis tot bisschop van Rotterdam.

De prangende vraag onder alle katholieken in Limburg kan er maar één zijn: wie wordt in Roermond de nieuwe bisschop?

Bisschop Gijsen
Gijsen in Rome gewijd tot bisschop

Verrassende benoeming

Het bisdom van Roermond mag, want zo luiden de regels, een voordracht doen voor een nieuwe bisschop. Op die lijst staan, zo denkt het bisdom tenminste zelf, drie gematigd progressieve priesters. Twee dekens, Jochems van Heerlen en Peltzer van Maastricht en Wim van Kempen, werkzaam bij het bisdom in Roermond.

Maar de behoudende stromingen roeren zich ook. Dat brengt Rome tot een eigen kandidaat: deken Joosten van Echt, een Limburger, een bekende en bovendien zeer conservatief. Of, volgens opnieuw Brico, 'een oude dorpspastoor met oude ideeën'. De Limburgse priesters zien niets in Joosten. Ze voelen zicht daarbij gesteund door kardinaal Alfrink.

Deze reist af naar Rome om overleg te voeren en krijgt daar te horen dat het Vaticaan Joosten wel wil laten vallen, maar dan wel op één voorwaarde: Tegen de volgende kandidaat mag geen nee worden gezegd. Achteraf is dat voor veel mensen een bittere pil, want in plaats van de oude dorpspastoor Joosten komt het Vaticaan met een naar verhouding piepjonge directeur van een bejaardentehuis.

Jo Gijsen is in 1972 pas 39 jaar. Geboren in het Brabantse Oeffelt, kapelaan in Valkenburg, gepromoveerd, docent op Rolduc, publicist, en aan het eind van de jaren '60 bevriend geraakt met Simonis.

Het nieuws van de benoeming 'slaat in als een bom', zegt John Jansen, destijds verbonden aan het Pastoraal Overleg in Limburg. Hijzelf vindt de benoeming een ramp, net als het overgrote deel van de top van het bisdom.

Maar het is een misverstand te denken dat Gijsen helemaal geen steun heeft. Er zijn ook veel Limburgers die heimwee hebben naar het verleden, die treuren omdat de Latijnse mis verloren is gegaan, die niets zien in de oecumene en andere nieuwlichterij, zoals moderne discussies over abortus, het celibaat of homoseksualiteit.

Maar beroering of niet, op 13 februari 1972 vindt in de Sint Pieter te Rome de wijdingsplechtigheid plaats. Kardinaal Alfrink, voor wie de benoeming van Gijsen een slag is geweest, is erbij. Op verzoek van de paus assisteert Alfrink bij de wijding van Gijsen. Dat is, zo wordt geschreven, voor Alfrink 'een gang naar Canossa'.

Gijsen pakt aan

Gijsen weet direct van aanpakken. Binnen een jaar is een groot deel van de bisschopsstaf vervangen. Al snel weet iedereen in het bisdom wie deze bisschop is en wat hij voorstaat. Dat leidt iedere keer opnieuw tot heftige reacties tussen voor- en tegenstanders van de bisschop. Beide groepen betwisten elkaar voortdurend. Paginagrote advertenties van verontruste katholieken verschijnen in de kranten, ondertekend door huisartsen, mijnwerkers, politici en huisvrouwen. Zij willen maar één ding: Gijsen moet weg. Daarop komen in andere kranten weer reacties, juist met steunbetuigingen aan de bisschop. Zoals van de Limburgse industrieel J.P. Beijer, die een paginagrote advertentie en open brief plaatst in een Limburgse krant op 20 mei 1972 met de tekst: ‘Ga zo door’. Op eerste Pinksterdag, als Gijsen bezig is met een priesterwijding in de Sint Servaaskerk te Maastricht, vliegt een reclamevliegtuig boven Limburg met de tekst "Trouwe Knecht, Dapp're Bisschop".

Op tal van beleidsterreinen gaat het bisdom Roermond een eigen koers varen, afwijkend van het beleid in de overige bisdommen. Gijsen richt in 1974 een eigen priesteropleiding op, waar priesters ook moeten wonen. Deze leefgemeenschap is verbonden aan de priesteropleiding van Rolduc. Kardinaal Ratzinger, de huidige paus, kwam regelmatig naar Rolduc om aan te geven hoe belangrijk hij deze interne priesteropleiding vond voor het behoud van de kerk. Critici noemen de interne opleiding al snel ‘de snelkookpan voor het celibaat’, ‘wereldvreemd, en een ‘klerikale broeikas’.

Ook uitspraken van Gijsen over ethische kwesties doen veel stof opwaaien. Abortus en homoseksueel zijn uit den boze, het woord homoseksueel komt in zijn vocabulaire al helemaal niet voor en gescheiden katholieken mogen geen sacramenten meer ontvangen. Rex Brico doet een rondgang in Limburg onder voor- en tegenstanders van Gijsen en eindigt uiteindelijk bij de bisschop zelf. De kritiek blijkt hem niet in de koude kleren te gaan zitten: ‘Wat hier gebeurt is moord’, zegt hij over het gedrag van zijn critici.

Gijsen maakt zich ook los van de landelijke missie en richt zijn eigen missieorganisatie op. Hij wil niets te maken hebben met de vernieuwende ideeën over de missie, zoals strijd voor sociale rechtvaardigheid en tegen armoede. Gijsen huurt een houten barak, plaatst deze op een grote trailer en rijdt met dit "mobiele missieburreau" heel Limburg door om gelovigen te informeren over het zijns inziens enige juiste doel van de missie: het katholieke geloof verspreiden. Hij deelt handtekeningen uit op speciale missie-kinderpetjes en deelt kijkdoosjes uit. Wie door het kijkgaatje kijkt, ziet negers in een klaslokaaltje die luisteren naar een bebaarde missionaris met een tropenhelm op en een kruis op zijn borst. Een journalist omschrijft het mobiele missiebureau als "een missionaire overvalwagen in het bisdom Roermond".

"Prins Carnaval" wordt geen pastoor

De katholieken in Molenhoek, een parochie aan de rand van de Mookerheide in het noordelijkste puntje van het bisdom Roermond, zijn met stomheid geslagen. Bisschop Gijsen weigert namelijk op 18 december 1973 hun favoriete priester Arie van Dam als opvolger te benoemen van hun zieke pastoor.

Niemand begrijpt dit. Van Dam bezoekt als assistent van de pastoor al jaren hoogstpersoonlijk de zieken, de ouderen, de eenzamen en alle andere parochianen in Molenhoek. Hij is zo populair, dat de Mookse carnavalsvereniging de Heikneuters hem in 1970 al tot prins carnaval "Arie den Urste" verkiest.

Vooral ook de jongeren dragen Arie op handen. Hij richt het Molenhoekse jongerenkoor op, dat geheel in de geest van die tijd, moderne liederen als "Bridge over troubled water" mag zingen tijdens de kerkdiensten.

"Arie kon sfeer in de kerk creëren" zegt een oud lid. "Andere pastoors hadden het gevoel dat ze boven de gewone mensen stonden, dat ze méér waren, Arie niet; die stond tussen de mensen in". De afwijzing van Gijsen leidt tot heftige reacties in de Molenhoek. Het overgrote deel staat achter hem. Maar er zijn ook tegengeluiden te bespeuren.

Zo verschijnt er in februari 1974, in het Weekblad de Mooker een Pro-Gijsen advertentie van de "actiegroep tegen geestelijke milieuvervuiling". De actiegroep doet een oproep aan de parochianen om bisschop Gijsen per briefkaart trouw te betuigen vanwege zijn weigering om Arie van Dam tot pastoor te benoemen. Volgens hen is de beslissing van bisschop Gijsen om Van Dam niet te benoemen de enige juiste.

In Molenhoek is snel bekend dat de 62 jarige groothandelaar in Bloembinderij-artikelen Van Mil achter bisschop Gijsen staat. Volgens zijn zoon leidt dat tot heftige reacties in het dorp. Als kinderen krijgen zij, en ook zijn moeder, de bui over zich heen. Van Mil: "voortdurend kregen wij telefoontjes waarin we uitgescholden werden, brieven van dezelfde strekking en op straat schold iedereen ons uit. Schuttingtaal, onwaarheden, alles werd over ons verkondigd. Mijn moeder durfde geen boodschappen meer te doen in het winkelcentrum. Wij hebben echt de keerzijde gevoeld van de voorstanders van Van Dam".

De kwestie Molenhoek ontwikkelde zich meer en meer als een testcase van het verzet tegen monseigneur Gijsen. De Van Dam-aanhangers doen verwoede pogingen om Gijsen om te praten. Maar de vele reisjes naar het bisschoppelijk paleis om met Gijsen te spreken lopen op niets uit. Gijsen blijft bij zijn standpunt. Hij geeft echter geen duidelijk argument.

Als "final touch" vertrekken de parochianen in september 1974 en masse naar Roermond om te demonstreren. Een grote autocolonne vertrekt vanuit de Molenhoek. Spandoeken en protestliederen klinken in de straten van Roermond tot aan het bisschoppelijk paleis. De bisschop zelf is niet eens aanwezig. Van Dam moet weg. Hij vertrekt naar elders. Veel van zijn aanhangers verlaten de kerk.

De affaire rond van Dam in de Molenhoek benadrukt in al zijn facetten de uiteindelijk zinloze strijd van vernieuwingsgezinde parochianen tegen de ultieme macht van de bisschop.

In de kerk van Van Dam werkt nu een pastoor van de lichting van bisschop Gijsen. De zoon van Van Mil heeft de restauratie van het kerkgebouw financieel gesponsord. Hij stemt hem tevreden dat de kerk ruim 30 jaar later behouden blijft, in dezelfde traditie als zijn vader voorstond: "Met een jonge, celibataire priester, een mis, alles in de traditie van de officiële kerkelijke leer. De huidige pastoor, een Gijseaan, handelt geheel in de geest van de katholieke leer zoals deze hoort te zijn."

"De paus moet ingrijpen"

Gijsen trekt zich steeds meer terug uit de openbaarheid, interviews worden een zeldzaamheid. In 1979 mag Brico nogmaals bij de bisschop komen voor een gesprek. Het wordt een spraakmakend interview. Gijsen distantieert zich duidelijk van zijn collega-bisschoppen en beschuldigt hen indirect van verloedering van de Nederlandse kerkprovincie. Daarnaast doet hij ferme uitspraken over katholieke politici die zich bezig houden met de abortuswetgeving. Zij zijn verkeerd bezig en mogen wat hem betreft geen sacramenten meer ontvangen. Gijsen doet zelfs een oproep aan de paus om in te grijpen in Nederland.

Rome én Nederland reageren geschokt. De Elsevier is binnen een paar uur uitverkocht. Het interview wordt vertaald in het Italiaans en tot in Rome is op de radio te horen dat Gijsen heeft gezegd dat de paus moet ingrijpen.

De paus roept de Nederlandse bisschoppen bij hem in Rome op het matje voor een bijzondere synode, speciaal voor de Nederlandse bisschoppen. Dat is een unicum in de geschiedenis. De paus wil met deze synode voorkomen dat zich tussen de bisdommen in Nederland een schisma gaat voordoen. Gijsen levert in het interview kritiek op zijn collega-bisschoppen en dat kan niet door de beugel. De bisschoppen moeten naar buiten toe een eenheid vormen, wat er ook gebeurt. Dat krijgt Gijsen ook te horen in Rome, en dat raakt hem zeer.

Brico vertelt dat hij Gijsen nog ziet staan, na afloop van de synode. "In die grote hal, helemaal alleen in dat grote Vaticaan. Alle bisschoppen stonden daar, met alle journalisten er omheen. Gijsen stond apart. Ik zal nooit vergeten hoe hij eruit zag, alsof hij door het ijs was gevallen. Met dat scheve mondje, en zijn handen voor zijn kruis, hij keek werkelijk verslágen. Hij had natuurlijk van de paus op zijn sodemieter gehad. Hij stond altijd te lijden. Hij was zeer gevoelig en absoluut niet rationeel."

Bisschop Gijsen
Bisschop Gijsen

Keiharde lijn wordt ondergang Gijsen

Ondanks dat geniet Gijsen lange tijd de steun vanuit Rome. Tot zijn beleid ongeloofwaardige trekken gaat vertonen. Eind jaren tachtig eist hij dat de katholieke scholen in zijn bisdom aan strenge katholieke eisen moeten voldoen, anders erkent hij ze niet meer als katholiek. Slechts vier scholen in het bisdom voldeden aan zijn eis. De overige wil hij reorganiseren naar zijn eigen maatstaf. Dat is, uiteraard, onbegonnen werk. Als in diezelfde periode seksschandalen naar buiten komen die zich afspelen in zijn eigen priesteropleiding Rolduc is het einde nabij.

Gijsen heeft de zaken niet meer in de hand en dat merkt ook Rome op. Uiteindelijk trekt Gijsen zich in 1993 ‘om gezondheidsredenenen’ terug. Maar Limburg is nog steeds niet van hem af. Veel van de priesters die hij heeft gewijd en benoemd zijn nog steeds actief, een aantal van hen heeft carrière gemaakt. Zijn vriend van vroeger, kardinaal Simonis, gaat komend jaar met pensioen. Het is helemaal niet uitgesloten dat ook hij wordt opgevolgd door iemand die door Gijsen is gewijd en benoemd. De geest van Gijsen waart dus nog steeds rond.

Tekst en research: Mirjam Gulmans
Regie: Paul Ruigrok

Geïnterviewden Bronnen
  • Huub Korsten
    Huub Korsten
  • Pater Johannes Bots
    Johannes Bots

    Pater

  • Pastoor Gerard Hover
    Gerard Hover

    Pastoor

  • Journalist Rex Brico
    Rex Brico

    Journalis

  • Kardinaal Simonis
    Kardinaal Simonis
  • Arie van Dam
    Arie van Dam
  • De kromstaf als wapen

    Richard Auwerda, De kromstaf als wapen. Bisschopsbenoemingen in Nederland (1988).

  • Joannes Gijsen

    Auwerda, R., Joannes Gijsen: omstreden bisschop (Amsterdam, 1973).

  • Zestig jaar katholicisme in Nederland

    Bots, J. Zestig jaar katholicisme in Nederland, in: De Rots, 11 (1981, 7/8).

  • Molenhoek aan de rand van de Mookerheide

    Donk, A. van der, Beij-Sutmuller, P., Molenhoek aan de rand van de Mookerheide (Voss / Gemert, 2006).

  • Kardinale kwesties in katholiek Nederland

    Goddijn, Walter, Kardinale kwesties in katholiek Nederland, 1870-1987 (Damon / Budel, 2005).

  • Kroniek '74

    Oostveen, Fieke en Ton, Kroniek '74; wel en wee van katholiek Nederland (Gooi en Sticht / Hilversum, 1975).

Vragen?

Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?

Neem dan contact op met de redactie: